NAC - vragen en antwoorden - mobiliteit en parkeren

Vraag 4 - Algemeen: de focus van de voorgestelde onderzoeken ligt sterk op de straten die rondom de gekozen projectsites gelegen zijn (Berkenstraat, Kattestraat, Vlinderstraat, …). Waarom werd het volledige mobiliteitsplaatje niet bekeken?

De haalbaarheidsstudie omvat geen nieuw mobiliteitsplan. Maar mobiliteit is wel een belangrijk puzzelstuk in het onderzoek. De scenario’s zijn zodanig uitgewerkt dat zij onafhankelijk van de keuzes op het vlak van mobiliteit afgewogen kunnen worden.
Zo zijn bijvoorbeeld alle scenario’s onafhankelijk van de richting(en) van de Bergstraat. Andersom geldt ook dat de huidige studie niet bepalend is voor de inrichting van de Heistse winkelstraat.

Vraag 5 - Er wordt veel gesproken over autoverkeer en parkings. Hoe geraken de meest kwetsbare groepen aan het administratief centrum?

Het administratief centrum wordt in de haalbaarheidsstudie voorzien op een site in het midden van het centrum. Op die manier wordt er optimaal ingezet op bereikbaarheid.

Als de realisatie van een nieuw administratief centrum haalbaar blijkt, zal bij de verdere uitwerking sterk ingezet worden op de bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer.

Vraag 6 - Er wordt wel parking voorzien voor de medewerkers van het administratief centrum en voor de bezoekers. Maar wat met de bezoekers van het centrum?

Het  streefdoel is dat er - bij de bouw van het administratief centrum - geen of quasi geen parkeerplaatsen voor het centrum verdwijnen. Het parkeeraanbod voor het administratief centrum (dat zowel voor de medewerkers als voor de bezoekers ingezet moet kunnen worden) zal bijkomend gerealiseerd worden.
Zo ontstaat er - buiten de openingsuren van het administratief centrum - bovendien een extra parkeeraanbod voor het centrum. Daarvan zullen onder meer de gebruikers van het cultuurcentrum in de loop van de avond kunnen profiteren. 

Dit streefdoel is evenwel niet haalbaar als er wordt gebouwd op de Vlindersite. Daar moet de randparking immers plaats maken voor een nieuw gebouw mét ondergrondse parking. Daarbij moet rekening worden gehouden met het feit dat de randparking sowieso altijd als een tijdelijke invulling van het gebied is bekeken.

In de haalbaarheidsstudie is bovendien vastgesteld dat medewerkers van het administratief centrum het belangrijker vinden om zekerheid te hebben over het vinden van een parkeerplaats dan dat die plek vlakbij is.

Kortom: bij de ontwikkeling van een administratief centrum zal het overgrote deel van de medewerkers op een randparking van het centrum parkeren. De parking aan de Boudewijnlaan komt daarvoor in het vizier.

Tot slot wenst het lokale bestuur een zo duurzaam mogelijke aanpak te promoten: het aandeel van werknemers dat een parkeerplaats krijgt, zal beperkt worden tot 50%. Over het algemeen wordt er meer ingezet op duurzame mobiliteit: openbaar vervoer, fiets, …