Overzicht van wat minimaal moet opgenomen zijn in het meldingsdossier

Welke rubriek is van toepassing bij bemaling?

Eerst moet je nagaan welke subrubriek van de indelingslijst van toepassing is zodat je weet of de bemaling een klasse 3 (meldingsplichtige) of een klasse 2 (vergunningsplichtige) inrichting is.

Hiervoor zijn drie dingen belangrijk

  1. Waar wens je de bemaling uit te voeren?
    De lijst maakt een opsplitsing tussen bronbemalingen die plaatsvinden in kwetsbare gebieden (rubrieken 53.2.1°) en alle andere bestemmingen (rubrieken 53.2.2°). In de meeste gevallen zal de bemaling buiten kwetsbaar gebied liggen en moet je naar rubriek 53.2.2° kijken om te bepalen in welke klasse de bemaling valt.

  2. Wat is het verwachte debiet?
    Wat is het verwachte debiet dat je zal nodig hebben om de werken uit te voeren? Zoals je ziet in onderstaande tabel uit de indelingslijst is de grens van 30.000 m³/jaar in combinatie met een verlaging van het grondwaterpeil meer of minder dan 4 meter bepalend voor de klasse van de bemaling.

    De bemalingsfirma bezorgt het verwachte debiet aan de aanvrager. Voor eenvoudige bemalingen kan je gebruikmaken van de rekentool van de VMM
         --> De handleiding om deze rekentool te gebruiken, vind je hier. Hou bij het opgeven van het debiet rekening met eventueel weerverlet of andere vertragingen. Minder oppompen dan aangegeven is altijd toegelaten maar meer dan aangegeven is dat nooit. 
        --> https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling/wetgeving-bemalingen.

  3. Tot welke diepte verlaag je het grondwaterpeil?
    Wat is de maximale diepte dat het grondwater verlaagd wordt onder het maaiveld? Om deze diepte te bepalen, neem je minstens 0,5 meter extra onder de diepte van je fundering.

    Soms wordt de diepte bepaald vanaf waar men grondwater vindt in de grond. Dat klopt niet. Het gaat over de diepte tot waar men verlaagt onder het oorspronkelijk maaiveld, ongeacht waar het grondwater zit.  Dat is ook logisch want grondwatertafels fluctueren in de tijd.

    Indien je meer dan 30.000 m³/jaar oppompt en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan 4 meter onder het maaiveld, moet je een omgevingsvergunning klasse 2 aanvragen.

De Vlarem indelingslijst rubriek 53.2 kan hier geraadpleegd worden.

Volgende informatie en dossierstukken moeten minstens in je dossier zitten:

  • Diepste punt bemalingseenheid ten opzichte van maaiveld.

  • Maximale verlaging van het grondwaterpeil: dit is normaal 0,5 m onder het beoogde uitgravingspeil.

  • Aangevraagd maximaal dagdebiet en uurdebiet.

  • Termijn (hoe lang zal de bemaling duren).

  • Verwachte datum van aanleg.

  • Klik hier om na te gaan welke indelingsrubriek van toepassing is. In de meeste gevallen zal rubriek 53.2.2° a) volstaan. Zeker voor kleinere werken zoals de bouw van een zwembad of een kleinere kelder waarbij nooit meer dan een debiet van 30.000 m3/jaar wordt opgepompt volstaat een omgevingsmelding.

  • Uitvoeringsplan met situering bouwput, pomp, bemalingsfilters en aanduiding naar waar het bemalingswater wordt afgevoerd.  Ook de perceelsgrenzen en de noordpijl moeten aangeduid zijn.

  • Je moet altijd onderzoeken of, en welke mogelijkheden er zijn om het bemalingswater terug te infiltreren in de bodem of te lozen. Daarbij bepaalt de wetgeving een een trapsgewijze aanpak:
    • Motivering als bemalingscascade niet gevolgd wordt.
    • Welke maatregelen worden genomen om het bemalingsdebiet te beperken? Hoe wordt dit georganiseerd en/of met welke technieken wordt vermeden dat onnodig grondwater wordt opgepompt? 
    • Retour/infiltratie in de buurt mogelijk (retourputten, vijver, infiltratiegracht, bos, braakliggend perceel,…)? Doel: water in de buurt terug in de grond laten sijpelen. Het is gangbaar om te kijken naar locaties binnen een straal van 200 meter. 
    • Als er geen retour of infiltratie mogelijk is
      • motivatie waarom niet + op welke manier kan de bemaler hergebruik mogelijk maken (vooral belangrijk in geval van bemaling in droogteperiode). De droogteperiode zien we als de periode waarbij de alarmfase code oranje en rood is afgekondigd door de droogtecommissie.  
      •  afvoer via gracht/waterloop
      • lozing via riolering (bij gescheiden riolering in rwa, zoniet in gemengde riolering)
    • Ook een combinatie van maatregelen is mogelijk om tot een aanzienlijke afname van het netto ontrokken debiet te komen. Bijv. een peilgestuurde bemaling die men beperkt in de tijd en waarbij men een deel van het water laat infiltreren in een infiltratiegracht en wat niet geïnfiltreerd geraakt afvoert richting een waterloop.

  • Onderbouwing van het aangevraagde debiet met de berekeningswijze. Hiervoor kan de aannemer/bemaler de rekentool van de VMM gebruiken. Om het debiet correct te kunnen inschatten moet je inzicht hebben in de ondergrond. Een peilbuis moet geplaatst worden om de stand van het grondwater te kennen, alsook is een goede boorstaat noodzakelijk om de gelaagdheid van de bodem te weten. De grondsoort moet gekend zijn aangezien deze bepaalt hoe doorlatend de grond is en dus hoeveel debiet zal opgepompt worden.

  • In het omgevingsloket moeten ook de effecten op de omgeving ingevuld worden.
    • Wat is de invloedstraal van de bemaling? Deze wordt berekend in de hierboven vermelde rekentool van de VMM.
    • Bepaling van het zettingsrisico op basis van de berekende invloedstraal.
    • Bevindt er zich een gekende bodemverontreiniging binnen deze invloedstraal? Deze info vindt de aannemer op DOV (Databank Ondergrond Vlaanderen). Als er zich een bekende bodemverontreiniging binnen de invloedstraal bevindt, moet het effect van de bemaling op de bodemverontreiniging bepaald worden. Indien nodig moet een bodemsaneringsdeskundige ingeschakeld worden.
    • Bevinden er zich verdrogingsgevoelige elementen binnen de invloedstraal (bepaalde vegetatie, bomen, hagen, habitatgebied, ...)? Zo ja, wat is de verwachte verlaging van het grondwater ter plaatse? Wanneer er een impact is, kan de aanvrager voorstellen doen om de impact te milderen. Voor bomen kan men een geperforeerde darm voorzien waardoor een permanente gieting het tekort van het bemalingswater opvangt.
    • Valt er geluidshinder te verwachten naar aanleiding van de bemaling?  Worden de pompen van de bemaling rechtstreeks op het elektriciteitsnet aangesloten? Bij voorkeur komt er geen dieselgenerator aan te pas gezien dit hinderlijk is voor de omgeving.