Slachtbewijzen

Een slachting wordt rechtstreeks geregistreerd in de databank van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Zo wordt het vlees gemakkelijker traceerbaar.

Welke dieren mag je zelf slachten?

Voor zover het vlees uitsluitend bestemd is om te voorzien in de behoeften van de eigenaar en zijn gezin, is het slachten van gevogelte, gekweekt klein wild of konijnen, elders dan in een slachthuis, toegelaten.

Welke dieren mag je niet zelf slachten?

Het is verboden schapen, geiten, varkens of groot wild, elders dan in een slachthuis te slachten, tenzij met schriftelijke en voorafgaande toelating van het lokale bestuur. Runderen en paarden mogen enkel in een slachthuis worden geslacht.

Procedure bij een slachting in het slachthuis

Wanneer je een dier wil slachten moet je je als eigenaar laten registreren bij team Economie. Je ontvangt hierbij een registratienummer (het is mogelijk dat de eigenaar al over een registratienummer beschikt via Sanitel). Deze registratie gebeurt maar éénmaal, ongeacht het dier. De registratie moet minstens 2 dagen voor de slachting gebeuren. Het registratienummer moet voorgelegd worden in het slachthuis samen met het beslagnummer (8 cijfers) van het te slachten dier. Heb je geen registratienummer, dan krijg je van de keurder geen toelating tot slachten

Procedure bij een thuisslachting

Heb je al een registratienummer, dan heb je enkel nog een slachtbewijs nodig. Een slachtbewijs aanvragen moet minstens 2 dagen voor de slachting en ten vroegste 10 dagen voor de slachting. Een slachtbewijs is 8 dagen geldig. Wat breng je mee: identiteitskaart, registratienummer van het F.A.V.V. en beslagnummer van het te slachten dier.

Rituele slachting

Rituele slachtingen thuis zijn verboden.